Bron: Brabants Dagblad door Ruud Erich Dinsdag 23 december 2003

Het demissionaire Waalwijkse college is gisteravond spartelend overeind gebleven. Een motie van wantrouwen tegen de vier wethouders en een motie van wantrouwen tegen wethouder R. van Boxtel haalden geen meerderheid. Dat had alles te maken met het stemgedrag van de voormalige oppositie-partijen GroenLinksaf en Werknemersbelang die inmiddels met oude coalitiepartijen onderhandelen over het innemen van de plaats van de VVD in een nieuw college.

Gisteravond stond een inhoudelijke discussie over de overschrijding van het IBOR-krediet op de agenda. Daaraan was de raad op 27 november niet toegekomen. Toen onstond na het indienen van een motie van wantrouwen door de oppositie en een motie van afkeuring door de coalitie enorm politiek tumult. Dat leidde er zelfs toe dat de vier wethouders hun ontslag indienden voordat de moties in stemming kwamen.

Die moties werden toen ingetrokken maar speelden gisteravond opnieuw een belangrijke rol in de discussie. De wethouders P. van de Wiel (VVD, openbare werken) en R. van Boxtel (Gemeentebelangen, middelen) gingen in op de vragen die op 27 november door de fracties gesteld waren. Van de Wiel herhaalde dat hij pas in december 2002 op de hoogte gebracht werd van de overschrijding en nooit eerder signalen had gekregen vanuit de ambtelijke organisatie. Volgens hem kon hij de raad niet eerder informeren dan per vertrouwelijke brief in april onmdat er van tevoren slechts vermoedens waren en geen feiten.

Van Boxtel betoogde dat het laat ontdekken van de overschrijding alles te maken had met de ambtelijke reorganisatie. Volgens hem was vooraf tegen de raad gezegd dat dat een moeizaam proces zou worden. Van Boxtel gaf min of meer toe dat het college niet helemaal op de hoogte was van het feit dat de financiële organisatie in 2001 en deels in 2002 niet geheel op orde was. Feitelijk nam geen enkele fractie genoegen met de beantwoording. Zelfs het CDA hield de kritiek die in de motie van afkeuring stond overeind maar sprak desondanks het vertrouwen in de toekomst uit. De VVD noemde de beantwoording van Van Boxtel 'onthutsend'. J. van Groos van de ChristenUunie diende dezelfde motie van wantrouwen in als op 27 november. Terwijl GroenLinksaf en Werknemersbelang toen deze motie ondersteunden stemden zij gisteravond tegen. De motie werd met elf stemmen voor en zestien tegen verworpen.

Ook een motie van wantrouwen van het PBI tegen wethouder Van Boxtel sneuvelde door het tegenstemmen van GroenLinksaf en Werknemersbelang met dezelfde stemverhouding.

Dat de verhoudingen totaal verziekt zijn bleek nog eens overduidelijk. GroenLinksaf en Werknemersbelang werden door een aantal partijen als 'overlopers' weggehoond en wethouder P. van Steenoven schoof opnieuw de schuld voor de crisis in de schoenen van de VVD.